Niet bang
Niet bang
Al belegerde mij een leger, mijn hart zou niet vrezen; al brak er een oorlog tegen mij uit, toch vertrouw ik hierop. (Psalm 27: 3)
Op het wereldtoneel is er geen pauze. Na corona is er meteen een nieuwe crisis komen opzetten. Ik doel natuurlijk op de situatie in het Oosten van Oekraïne. Van alle kanten trokken troepen zich rondom dit land samen. En inmiddels zijn deze daadwerkelijk binnengevallen. Wat doet zoiets met een mensenhart? Je zult maar in de schoenen van deze mensen staan. Psalmen zijn prachtige liederen, met veel zeggingskracht, maar soms klinken ze wel érg stoer. Kijk maar naar het vers boven deze meditatie. Persoonlijk kan ik die regels niet zonder innerlijk verzet meezingen. Meedoen aan een oefening met tanks in de Noord Duitse Laagvlakte dat had nog zijn bekoringen. Je kon genieten van de mooie, woeste natuur en het was ook een soort spelletje. Maar als zo’n Leopard ‘voor het echie’ in actie moet komen, dan is het een heel ander verhaal Hoe kun je dat zeggen, dat je hart niet vreest als er een oorlog tegen je uitbreekt? ‘Sterk in de HEERE’, dat opschrift vinden we in de Herziene Statenvertaling boven Psalm 27. Het is een lied dat aan David, aan Israëls koning, wordt toegeschreven. Wie de Bijbelverhalen kent, weet hoe het dankzij Davids slinger met de reus Goliath is afgelopen. Nee, bang uitgevallen was deze herder-koning niet. Maar is daar alles mee gezegd? Van sommige vijanden verloor hij het, ook van die in zijn eigen hart, bijvoorbeeld toen hij inbrak in het gelukkige huwelijk van Bathseba en Uria. Aan de ene kant had David dus een dapper karakter, aan de andere kant was hij een mens van vlees en bloed, zoals wij, met alle zwakheid en vrees die daar bij momenten zo kenmerkend voor zijn. Hoe kan deze koning en dichter dan toch zeggen dat hij niet bang is? Nou, hij heeft zijn muziek. De therapeutische werking daarvan had hij al ervaren toen hij bij zijn depressieve voorganger geroepen werd. Die knapte daar echt van op. En dat doen mensen nog steeds van Psalmen, Gezangen en andere liederen over God. Zo was er in mijn vorige gemeente iemand die aangaf met de eerste regels van Psalm 3: 3 (OB) de operatietafel op te gaan: “Ik lag en sliep gerust, van ’s HEEREN trouw bewust, tot ik verfrist ontwaakte, want God was aan mijn zij, Hij ondersteunde mij in ’t leed dat mij genaakte”. In Oekraïne hebben ze natuurlijk weer heel andere liedbundels en bewoordingen. Maar ook daar zijn mensen die, net als David, de God van Israël kennen en liefhebben. Die liederen over de Vader van Jezus Christus in hun mond nemen, en het werk van de Zoon bezingen, die sterker is gebleken dan de zonde, de duivel en de dood. Wie de Psalmen zingt en zijn handen vouwt, die schuilt op dat moment in de hut van zijn God. Die heeft een plek om binnen te lopen in dagen van onheil (Psalm 27: 5). Die verblijdt zich erover dat zijn Heer nabij is (Fil. 4: 4-5), waardoor hij/zij niet alleen tegenover ‘de kwaaddoeners’ staat. Met God leven is het licht van zijn aangezicht opzoeken in zijn Woord. En vervolgens zijn aanwezigheid en uitredding alvast bezingen, zelfs als je er op dat moment nog niets van ervaart. Zoals de vogels, die al zingen terwijl het nog donker is. Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en HEERE! Waar is het duister dat mij onheil baart? Mijn hoge burcht is Hij, niets kan mij deren, in zijn bescherming ben ik wel bewaard! Of zich de boosheid tegen mij verbindt en op mij loert opdat zij mij verslindt, ik ken geen angst voor nood en overval: het is de HEER die mij behouden zal! (Psalm 27:1 NB) Ds. B.F. (Bas) Bakelaar
maart 2022 | ||
terug | ||